Bevoegdheden

Het is op de eerste plaats van belang te onderstrepen dat de Verzoeningscommissie Bouw een buitengerechtelijke instantie is. Ze kan zich dan ook nooit zelf bevoegd verklaren en zich de natuurlijke bevoegdheid van de rechtbanken toe-eigenen. De partijen die bij het geschil betrokken zijn, moeten dus eerst akkoord gaan om het geschil aan de bevoegdheid van de rechtbank te onttrekken en het toe te vertrouwen aan de Commissie.

Zij heeft dus geen rechtsprekende bevoegdheid en kan het geschil niet juridisch benaderen.

Zij is slechts bevoegd voor technische geschillen. In bouwgeschillen gaat de discussie meestal enkel over technische aangelegenheden. De klacht van de bouwheer moet betrekking hebben op een of meer gebreken in het ontwerp  of de uitvoering van de werken. Of, de bouwheer moet er minstens gewag van maken in zijn verdediging in het kader van een klacht van de aannemer of de architect wegens niet-betaling van hun prestaties.

De bevoegdheid van de Commissie blijft beperkt tot bouwgeschillen die voortvloeien uit bouwwerken waarvan de uiteindelijke bestemmeling een particulier is.

De Commissie is niet bevoegd voor geschillen tussen professionele bouwheren en aannemers en/of architecten, noch voor geschillen louter tussen aannemers onderling of tussen aannemers en architecten, zelfs niet bij werken voor rekening van een particulier.